De markante mening
In de trainingen van Dynamische Oordeelsvorming® is de oefening van de “markante mening” vaak een begin. De oefening gaat over het waarnemen van wat er in jezelf gebeurt als iemand anders een stellige mening verkondigt. De laatste jaren kennen we veel stellige meningen rond het gebeuren van COVID-19. En wat gebeurt er al niet in onszelf als mensen een mening uiten die niet overeenkomt
met die van onszelf? Helemaal als we de feiten waar mensen mee aankomen niet onderkennen of dat we onszelf onvrij voelen doordat de dwingende mening van de ander over ons heen valt?
Laatst gaf ik een workshop “dialoogvaardigheid”. Daar werd het mij bijzonder duidelijk dat het natuurlijk niet blijft bij een oefening. In moeilijke gesprekken komen er steeds inbrengen van anderen die op ons inwerken als stellige of markante meningen. Als we de reactie in onszelf gaan onderzoeken blijkt het hele model van dynamische oordeelsvorming verstopt te zitten in onze eigen reactie!
Het begint bij een gevoel, bijvoorbeeld verontwaardiging. Die verontwaardiging heeft te maken met het feit dat de ander een opmerking
heeft gemaakt, waarvan ik denk te weten wat die bedoelt. Ik denk vervolgens “wat een kolder”. Mijn doel is dat “we op 1 lijn zitten met elkaar” en ik neem de actie (de middelen) “ik moet de ander overtuigen van mijn gelijk”.
De ander heeft een soortgelijke reactie op mijn inbreng. En op deze manier vervreemden we alleen maar verder van elkaar.
Hoe komen we daar nu uit?
Ten eerste is het van belang om de ander te leren kennen. Dat kan door vragen te stellen naar zijn/haar gevoel, waarnemingen, gedachten, overtuigingen, zorgen, wilsimpulsen en hoe hij/zij dat denkt te bereiken. Maar voor je zover bent om dit te kunnen is er veel voor nodig om bij jezelf de ruimte te scheppen en de tegenwoordigheid van geest te ontwikkelen om op het “moment suprême” niet in je eigen valkuil te stappen en in discussie te gaan, maar de juiste vraag te stellen aan de ander. Dit kan ook de interesse van de ander oproepen hoe jij naar de situatie kijkt. Pas als er ruimte is bij de ander om jouw perspectief te horen is het pas zinvol om die in te brengen. Tot die tijd kun je hooguit vragen of de ander interesse heeft in jouw perspectief.
Kortom…. Een spannende oefenweg.